Gepubliceerd op: 2 mei 2018 Employer branding is hét buzzwoord binnen de HR-wereld op dit moment. Kort gezegd draait employer branding om verbondenheid: je werknemers omtoveren tot echte ambassadeurs van je bedrijf zodat ze op lange termijn een positief imago niet alleen uitstralen naar collega’s en klanten, maar ook naar toekomstige werknemers.
Naar aanleiding van de workshop in samenwerking met Group S, legde Select haar oor te luisteren bij enkele bedrijven die hun employer brand hebben uitgebouwd. We lieten onze consultants, die dagelijks in contact komen met bedrijven via werving en selectie, een aantal kanshebbers nomineren. Welke firma’s krijgen positieve feedback van kandidaten? Waar reageren ze enthousiast en bij welke firma’s komen ze geïnspireerd terug na een sollicitatiegesprek? Een van die bedrijven is Group De Ceuster, een Belgisch familiebedrijf dat internationaal gekend staat om zijn plant- en animalcare producten. Met zowel loonwerkers als laboranten in het grote personeelsbestand is een eenduidige employer brand uitbouwen een hele uitdaging.
Groei is geen voorwaarde voor een employer brand, maar het maakt het wel gemakkelijker
We spraken met Philip Van Gysel, HR Director bij Group De Ceuster. Hij kwam aan boord toen de groep verder wou professionaliseren. ‘Het bedrijf is de laatste jaren enorm gegroeid en waar voordien de meeste HR-taken door de familie behartigd werden, kreeg ik de kans om hier autonoom een HR-beleid uit te stippelen. Ook een employer brand hoort daarbij,’ vertelt Philip. ‘Dat gaat natuurlijk sneller wanneer een bedrijf goed bezig is. Groei is geen noodzakelijke voorwaarde, maar het maakt het makkelijker om een positief verhaal te brengen.’
Gemene deler zoeken
Het uitbouwen van een HR-beleid was niet eenvoudig. ‘Onze groep kent een grote verscheidenheid. Enerzijds zijn er verschillende profielen, anderzijds is er een heel grote groep anciens en een grote groep nieuwe medewerkers.’ Een gemene deler vinden, daar zat de uitdaging. Philip vond die in de inkomhal van het hoofdkantoor, waar reeds 25 jaar een leuze hangt: ‘met elkaar, voor elkaar, om elkaar’.
‘Op basis daarvan hebben we vijf kernkwaliteiten uitgebouwd waar iedere medewerker bij de verschillende divisies van Group De Ceuster aan voldoet.’ De rode draad van dat De Ceuster-DNA is enthousiasme: enthousiaste medewerkers voor, met en om enthousiaste klanten. ‘Je mag natuurlijk alleen uitstralen wat je ook intern hard kunt maken,’ vertelt Philip. ‘Maar met employer branding moet je ook een visie kunnen uitzetten waar intern nog mensen naar kunnen streven. Anders is het te beperkt. Je kan niet van elke medewerker verwachten dat hij elke dag enthousiast is, maar die kernkwaliteiten vormen wel het fundament van ons merk.’
Interne betrokkenheid ondersteunen
Dat het met ‘met elkaar, voor elkaar, om elkaar’ goed zit, merkt Philip regelmatig aan de vele initiatieven waar medewerkers zelf mee afkomen. Een kippenvelmoment dat Philip zich nog lang zal herinneren is het moment waarop de dochter van één van de medewerkers een levensbedreigende ingreep moest ondergaan en plots overal op de bureaus spontaan kaarsjes opdoken. ‘In allerijl zijn we naar de IKEA gereden om veilige kaarsenhouders en hebben daarop ‘met elkaar, voor elkaar, om elkaar’ gezet. De volgende dag stond er op iedere bureau een kaarsje te branden. Ik vond het toen een perfect voorbeeld van de verbondenheid binnen het bedrijf.’
Intern je imago als werkgever uitbouwen kan dus perfect vanuit de eigen medewerkers komen. ‘Om hen toch een extra duwtje in de rug te geven wordt ook een ‘met elkaar, voor elkaar, om elkaar’-award uitgereikt. Zo brengen we onze visie echt tot leven. Door klanten én medewerkers samen uit te nodigen op events, bouwen we ook verder op onze leuze.’ De Ceuster verstrekt zijn employer brand van binnenuit en dat werpt ook naar buiten toe z’n vruchten af: ‘Een mooi voorbeeld is de instroom van bio-ingenieurs. Door actief te gaan communiceren naar die doelgroep, krijgen we sinds enkele jaren heel veel spontane sollicitaties binnen van pas afgestudeerden en laatstejaarsstudenten.’